Seizoen 1992-1993
 
Omdat het carnavalsjaar ’91-’92 bijzonder succesvol verlopen was, was het motto voor het volgende jaar snel gevonden.
Dit werd “Ou ut vast nou”. Dit vasthouden was uiteraard weer makkelijker gezegd dan gedaan, want er vonden weer wisselingen plaats in de personele bezetting.
Dick Zoontjens stopte, hiervoor in de plaats kwam Piet Vroegrijk als Pliessie Blauw Peerke. Dennis Heijnen stopte als Grote Boer. Voor deze functie werd er dat jaar niemand gevonden. Ook bij de raadsleden waren er afvallers: Mary Slooters, Wilbert v. Overveld, Ron Nieuwlaats en Bert Jaspers. Hiervoor in de plaats kwamen Mien Vroegrijk en Kees Hermans. Gaande het seizoen kwam Marco Jacobs de raad versterken. In het dagelijks bestuur werden de functies gewisseld. Leon Hereijgers werd voorzitter, omdat Dennis Heijnen stopte, Jac de Groot nam het penningmeesterschap over en Wilbert van Overveld werd secretaris.
Viertal andere leden gaven al vroeg in het seizoen aan dat zij aan hun laatste jaar begonnen.
Na de afsluiting van carnaval ’92 was door de toenmalige groep het besluit genomen om het 25 jarig bestaan te vieren, omdat de viering van het 22-jarig bestaan erbij ingeschoten was.
Er was al een datum geprikt voor een receptie en om een zeskamp te organiseren. Deze plannen verdwenen vanwege het grote verloop echter snel in de prullenbak.
De aanmerkelijk kleinere groep ging snel aan de slag voor de elf november viering. Deze werd dit jaar in twee weekenden gevierd omdat de Jozefwijk een week eerder de playbackshow organiseerde. In de week erna, op 14 november organiseerde de stichting ’s middags een succesvolle spelletjesmiddag waarnaast de kinderen ook nog een voerbiet uit konden hollen om er een lampion van te maken. De presentatie na de lampionnenoptocht was bewust heel sober gehouden door de SKKZ. Alleen Prins Nilles IV kwam op het podium om iedereen te vertellen dat er personele problemen waren en dat hij er na dit jaar ook mee zou stoppen. De bedoeling was om een schokeffect te krijgen om extra aanmeldingen te krijgen bij de SKKZ. Helaas schrokken de aanwezigen er toen nog niet genoeg van.
De voorbereiding op de rest van de organisatie ging ondertussen gewoon door. Voor de meeste mensen lijkt het allemaal vanzelfsprekend dat alles steeds georganiseerd wordt, maar er komt toch nogal wat bij kijken, zoals het aanvragen van de verschillende vergunningen, de medewerking vragen van de muziekkorpsen en majorettes, het organiseren van de loterij, het kopen van de kinderprijzen, de optocht regelen, bouwputten bezoeken, overleg met S.K.W. en horeca, het samenstellen van ’t Velleke Vol en zo nog veel meer dingen. Binnen de groep was er ondertussen genoeg ervaring om dit alles soepel te laten verlopen en zodoende kwam alles natuurlijk weer op zijn pootjes terecht. De vervaardiging van de veldtekens verliep minder soepel. Gezien het motto leek het de SKKZ leuk om een felgekleurde knijper met de tekst van het motto te voorzien. Na ze besteld te hebben kwam de leverancier na weken wachten met het bericht dat de bewuste knijpers niet meer te leveren waren. Dus werd er hals over kop voor een ander formaat knijper gekozen.
De prinsenwagen werd dat jaar op een auto gebouwd en kreeg de vorm van een locomotief, waarmee de Prins en zijn gevolg achter de optocht aantuften. Een optocht waarin dat jaar al weer zeven grote groepen meeliepen. Bij de wagens was er helaas 1 deelnemer minder omdat de Noordhoek was afgehaakt.
Het werd en wordt echter voor de meeste deelnemers steeds moeilijker om een geschikte bouwplek te vinden. In het verleden kon men over het algemeen nog wel bouwplekken vinden. Voorbeelden hiervan zijn bij Jan Nieuwlaats, Frans Ossenblok, Bernard Ossenblok, Jos Konings, Cees Vergouwen, Dré v. Meel, enz.  In de latere jaren werden de bouwplekken steeds schaarser, ook mede door het feit dat er bij de jongere bouwers vaak een wat andere mentaliteit is dan bij de personen die de bouwruimte ter beschikking stelden. Er zijn echter nog steeds plekken waar ieder jaar een optochtcreatie uit de schuur gerold komt. Bij Leon Hereijgers gebeurde het dat er in 1 jaar drie verschillende bouwploegen aan de slag waren, maar ook bij Ad Konings, Marijn Verbocht, Kees Mol en Albert Konings zijn ieder jaar nog bouwactiviteiten.
In dit jaar wist Prins Nilles IV de publiciteit naar zich toe te trekken door zijn Tullepetaonse collega een stuk echte Grasduinse grond aan te gaan bieden. Tijdens de uitreiking vertelde hij erbij dat dit het enige stuk Zegse grond was dat Roosendaal in het kader van de gemeentelijke herindeling kon krijgen, en dat ze de rest gewoon bij Rucphen moesten laten zitten.
De optocht van ’93 was weer een goede start van het carnavalsfeest voor de volwassenen, want door de deelnemende groepen werd steeds vaker een act opgevoerd. Zodoende kwam de stemming er goed in. Ook de zondagavond werd een avond waar de echte carnavalsvierders bij moesten zijn. Doordat Wim Breugelmans hier een thema-avond van maakte werd de belangstelling steeds groter. Ook het Zwerversbal was dat jaar goed bezocht, waardoor iedereen met tevredenheid terug kon kijken op een goed geslaagd seizoen.
Aan het eind van het seizoen werd afscheid genomen van Jeanne Smits en van Kees Dirne. Bovendien stopte Marijn van Beek die bij de SKKZ zowat alle functies heeft bekleed en daardoor misschien wel de titel Mister SKKZ verdiende. Marijn bleef achter de schermen de SKKZ ondersteunen.
De achterblijvers hadden echter niet stilgezeten en hadden tijdens carnaval goed rondgekeken en hier en daar “geronseld”, zodat ze weer voldoende aanwas kregen.